WOinActie naar Arbeidsinspectie vanwege werkdruk
Actiegroep in het wetenschappelijk onderwijs WOinActie heeft samen met vakbonden AOb en FNV een formele melding gedaan bij de Arbeidsinspectie, namens ruim 700 wetenschappers. De academici zeggen dat zij door structureel te moeten overwerken met een waslijst aan klachten en problemen kampen, zowel psychisch, fysiek als sociaal. Namens WOinActie licht universitair hoofddocent en bestuurder bij de AOb, sector WO&O, Marijtje Jongsma, deze stap toe.
WOinActie beschrijft in in de aankondiging van de aangifte uit december een scala aan problemen waarmee universiteitsmedewerkers te kampen hebben door structureel overwerk. Wie de lijst ziet, zal zich niet verbazen over de stap naar de Arbeidsinspectie, die vandaag, op 20 januari, geformaliseerd is. Slaapgebrek, rug- en nekklachten, angstgevoelens, depressie, hoge vatbaarheid voor ziektes, burn-out, paniekaanvallen, sociale isolatie, ontwrichting van gezins- en privéleven, tot echtscheiding aan toe; alle negatieve gevolgen van langdurige blootstelling aan hoge stress komen voorbij. 719 mensen reageerden op de initiële oproep van WOinActie, die simpelweg bestond uit de vraag: ‘werk je structureel over en heeft dat negatieve effecten op je psychische of lichamelijke gezondheid of je privéleven, meld het ons’. De oproep werd op 5 december verspreid via de eigen netwerken van WOinActie onder een paar duizend mensen. Ondanks het feit dat de oproep werd gedaan vlak voor de kerstvakantie, qua drukte juist een piekmoment in het academisch jaar, werd er massaal gereageerd. Woordvoerder Marijtje Jongsma was verrast door de hoge respons. “Ik dacht dat we een hoge opkomst zouden hebben als er meer dan vijftig mensen zich zouden melden met klachten. Voor de actie is het mooi dat het er 719 zijn geworden, maar voor de sector is het verontrustend. Als je aan twee-, drieduizend mensen vraagt wie er op het punt staat van omklappen omdat-ie zijn werk niet in werktijd kan doen, en er reageren er binnen twee weken zevenhonderd, dan heb je echt een probleem.”
 

Onderwijs geven blijkt het meest werkdrukverhogend

De cijfers in het op 20 januari verschenen rapport van WOinActie – Inventarisatie omvang en gevolgen van structureel overwerk aan de Nederlandse universiteiten – liegen er dan ook niet om: gemiddeld werken de respondenten wekelijks 36 procent extra, wat neerkomt op gemiddeld ongeveer dertien uur meer dan in hun contract staat. Vooral docenten met alleen een onderwijsaanstelling (+ 47 procent) en hoogleraren (+ 45 procent) spannen de kroon. Dat is dan ook de belangrijkste bevinding: onderwijs geven is het meest werkdrukverhogend. De oorzaak volgens Jongsma? Het onderwijs kost gewoon meer tijd dan ervoor staat: “Docenten die puur onderwijs verzorgen, vaak op een tijdelijke aanstelling, krijgen domweg niet de uren in hun contract die nodig zijn om dat onderwijs te kunnen geven. En ook mensen die deels onderwijs geven, melden dat al hun tijd opgaat aan het onderwijs. Andere verplichtingen, zoals onderzoek, verschuiven dan vaak naar de avonden en het weekend.”
 

Collega’s thuis met burn-out 

Dé oorzaak van de huidige situatie op de Nederlandse universiteiten is al vaak geboekstaafd: de enorme groei van de studentenaantallen – tussen 2008 en 2018 steeg het aantal universitair studenten met 35 procent, van 220.000 naar bijna 300.000. Ondertussen daalt de rijksbijdrage per student al jaren, waardoor er dus steeds meer moet met steeds minder geld, reden waarom WOinActie pleit voor structureel 1,15 miljard extra voor het wetenschappelijk onderwijs. Daarnaast is veel ondersteunend – en dus werkdrukverlagend – personeel in de loop der jaren wegbezuinigd. Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven beloofde inmiddels dat ze gaat knokken voor een miljard extra voor het hoger onderwijs.
 
De situatie op de universiteiten wordt steeds minder houdbaar, ziet universitair hoofddocent Jongsma dagelijks om zich heen, en hoorde ze ook terug van de respondenten: “Heel veel collega’s zeggen: op mijn afdeling zitten er standaard één of twee collega’s thuis met burn-out. Die worden niet vervangen, dus dat betekent dat hun werk erbij komt voor de collega’s die niet met burn-out thuis zitten. Uit onderzoek blijkt ook dat 91 procent van de universitaire werknemers weleens heeft doorgewerkt tijdens ziekte. Als je griep hebt op een dag dat je college moet geven, neem je gewoon een flinke hoeveelheid paracetamol, want er is gewoon niemand die jouw college over kan nemen. Dat is de standaard.” 
 

Cultuurprobleem en angstcultuur

Behalve een financieringsprobleem is er volgens WOinActie op de universiteiten ook zeker sprake van een cultuurprobleem: overwerken wordt verheerlijkt en doorwerken bij ziekte wordt stoer en vrij normaal gevonden. Veel talent verlaat daardoor uit lijfsbehoud de universiteit. Volgens Jongsma is er bovendien ook sprake van een angstcultuur. “Mensen voelen niet de vrijheid om nee te zeggen. Dat is niet alleen beroepseer, maar er heerst ook angst om geen contractverlenging te krijgen en zo werk kwijt te raken.”
 
Wat ook niet helpt tegen de werkdruk is dat universiteiten in het huidige financieringsmodel elkaars concurrenten zijn: ieder jaar wordt opnieuw berekend hoeveel elke universiteit krijgt, op basis van de prestaties in dat jaar. Het gevolg is – in Jongsma’s woorden – een “race to the bottom”: “Alle universiteiten leveren ieder jaar steeds meer werk, ten koste van hun medewerkers, om hetzelfde budget te kunnen houden. Het is een verdeel-en-heerssysteem dat fantastisch werkt, als je ziet hoe efficiënt Nederlandse universiteiten zijn, maar waar nu echt de haarscheuren in zichtbaar worden.”
 
Dat onderzoekers aan de universiteiten lijden onder prestatie- en publicatiedruk is inmiddels algemeen bekend, en daar worden ook al maatregelen tegen genomen. WOinActie wil met haar rapport daarom vooral de aandacht vestigen op de bevinding dat onderwijsverplichtingen voor de meeste werkdruk zorgen. Jongsma: “Op onderwijsactiviteiten bijten mensen hun tanden stuk. Onderwijs moet ook echt gedurende de werkweek, want dat is ingeroosterd van maandag tot en met vrijdag. En alles wat niet is ingeroosterd – colleges voorbereiden, tentamens nakijken, feedback geven op essays, e-mailen met studenten, scripties beoordelen – dat verschuift allemaal naar de avonduren en de weekenden. In de avond en het weekend werken is al lang niet meer om iets extra’s te presteren, maar lijkt inmiddels nodig om opgedragen taken uit te voeren.”
 

Oplossing: loon naar arbeid

De belangrijkste problemen die WOinActie signaleert, wijzen de weg naar mogelijke oplossingen. Het bekostigingssysteem is nu een ‘race to the bottom’, dus dat moet op de schop, veranderd worden in een “rationeel, goed bekostigingssysteem”, aldus Jongsma. “Wat is er nou echt nodig om een opleiding in te richten, dát moet je financieren. Bereken hoeveel wetenschappelijke staf en ondersteuners je nodig hebt voor een opleiding met een bepaalde omvang en financier dát. Nu wordt de hoeveelheid staf te veel bepaald door het beperkte budget.”
 
WOinActie wil graag handvatten bieden voor het oplossen van de gesignaleerde werkdrukverzwaring door onderwijsverplichtingen. Om die reden hebben ze de respondenten in het rapport opgesplitst per functiecategorie. De berekening van onderwijstijd moet namelijk echt veranderen, vindt Jongsma, per functiecategorie én per taak: “Ik denk dat je een objectieve, pragmatische analyse kunt maken van wat er verwacht wordt, wat je daarvoor nodig hebt, en wat de ureninzet dan moet zijn. En dan moeten we loon naar arbeid gaan toepassen: dit is het werk dat we van je vragen, daar krijg je een contract voor, en dat kun je ook in die tijd doen. Nu is de hoeveelheid taken echt te groot voor het aantal uren dat er voor staat.”
 

Arbeidsinspectie

En de stap naar de Arbeidsinspectie? Die is vooral bedoeld om dit bredere verhaal kracht bij te zetten, en om munitie in handen te krijgen om oplossingen te forceren. Met als belangrijkste doelwit dus de begroting van contractomvang en taakinzet in het universitair onderwijs. Jongsma: “Ik hoop dat de Inspectie die gaat onderzoeken en begrenzen. Dat zou een beginnetje zijn, en hopelijk kan dat op termijn ook een cultuuromslag bewerkstelligen in de onderzoekswerkzaamheden aan de universiteit. Dan kunnen mensen zich wat meer gaan afschermen, zodat ze niet steeds veel meer tijd aan het onderwijs moeten besteden dan nu erkend wordt. Wat wel zou betekenen dat voor het universitaire onderwijs meer mensen moeten worden aangesteld.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Harmen van der Meulen