Jan Ruigrok

Uit internationaal onderzoek blijkt dat het schorsen of van school sturen van leerlingen de minst effectieve manier is om wangedrag aan te pakken. De uitkomsten verbazen mij niet.

Door Jan Ruigrok

Een recent artikel in het tijdschrift School Psychology vermeldde een onderzoek dat mijn aandacht trok. Leraren in de Verenigde Staten rapporteerden voor het onderzoek welke veiligheidsmaatregelen hun school gebruikt bij fysieke of verbale agressie jegens de leraar. Tijdelijke of permanente schorsing bleken de minst effectieve manier om wangedrag aan te pakken. Het onderzoek bevestigt eerdere studies waaruit blijkt dat het schorsen en verwijderen averechts werkt.

Schorsen is namelijk uitsluiten en heeft een negatieve weerslag. Leerlingen krijgen een hekel aan school, voelen geen band en zijn niet gehecht. Het gaat altijd ten koste van de relatie en niet alleen met die van de geschorste leerling in kwestie.

Toch zijn er aanwijzingen dat het aantal schorsingen en verwijderingen juist toeneemt, zo blijkt uit data van de Onderwijsinspectie. In het primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs zijn in het schooljaar 2022-2023 ruim 8.300 leerlingen geschorst en meer dan 170 leerlingen verwijderd. Aanmerkelijk meer dan de deels door corona beïnvloede schooljaren daarvoor. Vóór corona lag het aantal schorsingen rond de 6.000 en het aantal verwijderingen rond de 140.

Ik ben geen wetenschapper, ik ben een praktijkman en weet dat het interpreteren van cijfers erg lastig is. Kijk maar naar de discussie over het aantal vuurwerkincidenten en hoe je dat moet duiden. Wat ik wél om me heen zie bij de begeleiding van scholen die het pedagogisch klimaat willen verbeteren: veel leraren worstelen met hun reactie op gedrag waarmee leerlingen de veilige basis die een school hoort te zijn onder druk zetten.

Ik zie dat sinds corona onderwijsmensen zich vaak handelingsverlegen voelen en dat ze teruggrijpen op schorsingen. Het is alles behalve wat ze willen, maar ze weten ook niet wat ze anders moeten doen.

Niet door de beugel

De grote uitdaging is om op een verbindende manier te reageren op gedrag dat niet door de beugel kan. Incidenten, lastige voorvallen, grensoverschrijdend gedrag; je kunt er allerlei namen aan geven. Wat essentieel is, is dat je leerlingengedrag begrijpt en kunt doorgronden. Een veilige sfeer is dé basisvoorwaarde voor goed onderwijs. Verbindend werken begint met luisteren en kijken naar de behoeften.

Neem zoiets als pesten. Waarom pesten kinderen? Vaak komt dat voort uit de behoefte om meer sociale status te krijgen binnen de groep. Dat doe je door anderen naar beneden te halen.

De kunst is om er op een dusdanige manier mee om te gaan dat mensen leren van misstappen en fouten, de school als gemeenschap sterker wordt en leerlingen geholpen worden een goede plek in de maatschappij te vinden. Dat is dus een enorm belangrijke taak van de school. Alleen al door jongeren anders aan te spreken, zie je vaak grote omslagen in het gedrag van leerlingen. Zo vraag je leerlingen mee te denken over oplossingen, laat je ze zelf beslissingen nemen en laat je ze merken dat ze waardevolle mensen zijn.

Werkgeluk

Het is een enorme opgave om van school een plek te maken waar leerlingen en leraren samen werken, samen leren en samen ook plezier maken. Natuurlijk hoor ik ook de verhalen over hoe pittig het werken met leerlingen kan zijn. Ik geef veel lezingen in het land aan onderwijsteams. Daarin voer ik steeds weer aan hoe het belangrijk het is om als onderwijsteam te onderzoeken hoe je aan de ene kant duidelijke afspraken maakt over hoe je met leerlingen omgaat en de ruimte aan de leerling om zichzelf te kunnen zijn, en hoe je aan de andere kant jezelf kunt zijn als docent.

Het is een constante ‘dans’ tussen die twee. In die ‘dans’ geef je aan wat voor jou belangrijke regels zijn om het als leraar en leerling samen prettig te hebben. Maar voordat je dat doet, vraag je de leerlingen wat jij kunt doen om voor je leerlingen een goede leraar te zijn.

Daarbij gaat het ook om plezier hebben in het contact met leerlingen. Dat is bij de meeste onderwijsmensen die ik spreek ook zeer aanwezig. Uit het werken met jongeren halen ze veel werkplezier en werkgeluk − enorm belangrijk in een sector die worstelt met oplopende personeelstekorten en waar voorkomen moet worden dat leraren vastlopen. En werkgeluk ontstaat als er een fijne en veilige basis is voor leraren én voor leerlingen en de school de plek is waar ze samen leren, samen werken en samen verdriet en successen delen. En op zo’n plek wordt daarom juist niet geschorst of verwijderd.

Meer weten?

Op 4 maart start de opleiding herstelgerichtwerken aan de school als veilige basis